8.7.2.4 Transparante constructies: Deuren & Panelen

Onder de transparante constructies worden naast de ramen ook de (niet-transaparante) deuren en panelen meegerekend.

Transparante constructies: Raam + Deur + Paneel

Een deur is vaak niet geïsoleerd, maar het komt wel voor, meestal zie je dat bij kunststof deuren.
Er is sprake van een geïsoleerde deur als het niet-transparante deel van een houten of kunststof deur voor minimaal 65% van het totale oppervlakte een ononderbroken isolatielaag van minimaal 2,0 cm (1,8 cm wordt naar boven afgerond) bevat.
Indien er een isolatiemateriaal in de deur is opgenomen met een kleinere dikte moet er van de deur een gecontroleerde verklaring beschikbaar zijn om aan te tonen dat het een geïsoleerde deur betreft.

Bepalen U-waarde deuren:
Dit doe je aan de hand van onderstaande tabellen.

Tabel 8.16 U-waarde deuren grenzend aan de buitenlucht

Tabel 8.17 U-waarde deuren niet grenzend aan de buitenlucht (onverwarmde ruimte, zoals serre)

Opmerking:

In de software hoeft alleen ingegeven te worden of de deur geïsoleerd is of niet, het type kozijn en of hij aan buiten grenst of niet en berekent zelf de U-waarde.

Isolatiedikte bij panelen
Indien de isolatiedikte bij panelen niet te bepalen is maar wel de totale dikte van het paneel, dan wordt de dikte van het paneel bepaald en vervolgens wordt er 2 x 5 mm van de beplating van het paneel van af getrokken. De dikte die dan overblijft is de dikte van de isolatie van het paneel. Wanneer isolatie in een paneel aanwezig is, klinkt het dof ipv hol.

Panelen

De U-waarde van panelen wordt bepaald met het beslisschema Afb. 8.17 en de tabellen 8.21 t/m 8.26

Afb. 8.17 Beslisschema voor de U-waarde paneel.

Tabel 8.18 U-waarde panelen met onbekende isolatiedikte of zonder isolatie, grenzend aan buitenlucht
Tabel 8.19 U-waarde panelen met onbekende isolatiedikte of zonder isolatie, niet grenzend aan
buitenlucht
Tabel 8.23 U-waarde van panelen met een bouwjaar vanaf 1965 en met een niet te bepalen isolatiedikte of zonder isolatie grenzend aan de buitenlucht
Tabel 8.24 U-waarde van panelen met een bouwjaar vanaf 1965 en met een niet te bepalen isolatiedikte of zonder isolatie niet grenzend aan de buitenlucht

Tabel 8.20 U-waarde panelen met bekende isolatiedikte, grenzend aan de buitenlucht

Tabel 8.21 U-waarde panelen met bekende isolatiedikte, niet grenzend aan de buitenlucht

Relevant voor de bepaling van de U-waarde van panelen:

  • Aanwezigheid en dikte van eventuele isolatie, afgerond in 10-tallen millimeters
    d.m.v. kloppen op het paneel kan je horen of het geïsoleerd is of niet. Een dof geluid betekent isolatie.
  • Type kozijn: hout/kunststof; metaal; thermisch onderbroken metaal
  • Het bouwjaar bij onbekende isolatiedikte.

Panelen en bouwjaar/renovatiejaar

Voor panelen mag alleen als er schriftelijk bewijs is dat de panelen voldoen aan de U-eisen van het betreffende bouwjaar worden terugvallen op bouwjaar/renovatiejaar.

Dikte isolatie bepalen van panelen

De dikte van de isolatie bij panelen wordt, indien de isolatiedikte niet direct te bepalen is, bepaald door de totale dikte van het paneel te meten en er 2x5mm vanaf te trekken.

Voorbeeld: U-waarde paneel
Bepaal de U-waarde van een paneel:
Het paneel klinkt dof, Kunststof kozijn, Paneeldikte 40mm, Bouwjaar 1990.

Vraag
Wat wordt de U-waarde conform het beslisschema?

Antwoord
Isolatiedikte 30mm (40-2x5mm), geen spouw
U=1,3W/m2K

Voorbeeld: U-waarde paneel
Bepaal de U-waarde van een paneel:
Isolatie aanwezig, geen spouw, Paneeldikte 35mm, Bouwjaar 1981,

Vraag
Wat wordt de U-waarde conform het beslisschema?

Antwoord
Isolatiedikte 30mm (35-2×5=25mm–>afronden naar boven=30mm), geen spouw.

U=1,3W/m2K

Scan de code