Bij ramen moet worden aangegeven of er schaduw op kan vallen door overstekken en/of belemmeringen. In hoofdstuk 16 staat precies beschreven hoe je om moet gaan met beschaduwing.
Toelichting:
Als in een rekenzone zonder koeling niet wordt voldaan aan de voorwaarde voor minimale belemmering (zie tabel 16.1), moet gekozen worden voor overige belemmering.
Als in een rekenzone met koeling niet wordt voldaan aan de voorwaarde voor minimale belemmering of volledige belemmering (zie tabel 16.1), moet gekozen worden voor overige belemmering
Overstek
Bij ramen dient altijd (dus met of zonder koeling) bepaald te worden of er sprake is van een vaste overstek. Om te bepalen of er sprake is van een overstek, wordt de Hoogte (H, gemeten t.o v. het midden van het raam) gedeeld door de afstand van de overstek (A, gemeten t.o.v. het midden van het raam). De uitkomst is dan de relatieve overstek (h0). h0 = H/A
Wanneer is er overstek aanwezig?
Een overstek dient bij minimaal 20% van de breedte van het raam aanwezig te zijn.
Bij verschillende ramen onder elkaar met daarboven een mogelijke overstek, moet per raam bepaald worden of er een overstek geldt.
Relatieve overstek ≤ 1.0: Simpel gezegd A is groter dan H
Belemmering Een belemmering bevindt zich niet boven een raam, maar aan de zijkant ervan en komt vanuit de grond. De relatieve breedte bb van een zijbelemmering is de afstand gedeeld door de breedte dus bb= afstand/breedte.
Belemmeringen worden opgenomen bij:
Ramen, in de basisopname alleen als er ook koeling aanwezig is.
PV-panelen (zonnepanelen)
Zonnecollectoren (warmwaterproducent)
Wanneer belemmering aanwezig
Bij een relatieve breedte bb van minder dan 3,73 (b 75°) is er zijbelemmering. Dit is dus al vrij snel.
Opmerking
Het betreft alleen overstekken en belemmering die zich op het eigen perceel van het gebouw bevinden.
Een combinatie van een (zij)belemmering en overstek moet ALTIJD, dus zowel bij basis en detail worden ingegeven
In hoofdstuk 16 wordt verder in gegaan op overstekken en belemmeringen.
Voorbeeld:
Bevindt zich in de onderstaande situatie een overstek?
h0 = H / A > 1 –> Geen overstek (A is kleiner dan H)