De TOjuli wordt beïnvloed door het gebouwontwerp (denk aan oriëntatie en afmetingen van ramen, overstekken, de bouwwijze (specifieke interne warmtecapaciteit), koudebruggen en het installatie-ontwerp.
Het type draagconstructie van de rekenzone bepaalt de specifieke interne warmtecapaciteit van de rekenzone en dit geeft aan hoeveel warmte er in de bouwkundige constructie van de rekenzone kan worden gebufferd. Een constructie van hout verandert veel sneller van warmte dan een betonnen constructie.
Een initiële klimatiseringszone moet alsnog in twee rekenzones worden gesplitst als de specifieke interne warmtecapaciteit te veel verschilt, want dan moet er met andere waarden gerekend worden binnen voor de afzonderlijke rekenzones.
Uitzondering:
Is meer dan 80% van de klimatiseringszone van de woning dezelfde specifieke interne warmtecapaciteit, dan hoeft de woning niet gesplitst hoeft te worden in meerdere rekenzones.
Er is bepaald dat de specifieke interne warmtecapaciteit teveel verschilt als de specifieke interne warmtecapaciteit ten hoogste een factor 3 verschilt van de verschillende delen (constructies).
Het bepalen van de (forfaitaire waarden van de) specifieke interne warmtecapaciteit wordt gedaan op basis paragraaf 8.1.6 en tabellen 8.3 t/m 8.5.