Begrippen EP

Je zult in de cursus tot EP-adviseur veel nieuwe termen tegenkomen, waarvan je misschien nog nooit gehoord hebt en uitleg wordt hier natuurlijk over gegeven. Als je ze snel wilt terug lezen, vind je hier alle gebruikte begrippen.

Energieprestatie-indicator:

Eén of meer parameters die bij de energieprestatie-berekening door de software als output gegenereerd worden;

Energieprestatie-rapport:

Vastlegging van de energieprestatie van een woning of woongebouw. Het energieprestatie-rapport levert alle parameters waarmee getoetst kan worden of aan de energieprestaties uit de regelgeving wordt vodaan (energiebehoefte, primair fossielenergiegebruik, aandeel hernieuwbare energie, energielabel, nettowarmtevraag, TO-juli);

EP1 

EP1 geeft de berekende energiebehoefte per jaar in kWh/m2 gebruiksoppervlak.

EP2

EP2 is het berekende primair fossiel energiegebruik per jaar in kWh/m2 gebruiksoppervlak.

EP3

EP3 is het berekende aandeel hernieuwbare energie in procenten.

TOJuli indicator:

TOjuli, max is een inschatting van het risico op oververhitting bij woningen.

Door de goede isolatie bij nieuwbouwwoningen en warmer wordende zomers, kunnen deze oververhitten in de zomer, dus bij het ontwerp moet hier rekening mee gehouden worden, zodat deze in de zomer ook zuinig is. Dit kan b.v. zomernachtventilatie, waarbij ‘s nachts de woning met inkomende buitenlucht wordt gekoeld.
Als een woning of appartement is voorzien van een actief koelsysteem met voldoende capaciteit, wordt de TOjuli-indicator op 0 gesteld. De inicator wordt op maximaal 1.2 gesteld wanneer de woning bij veel dagen oververhit raakt. Het geeft dus aan hoe comfortabel de wonin is in de zomer gebaseerd op de heetste maand Juli.
Bij koeling wordt er vanuit gegaan dat het altijd comfortabel is, omdat je de koeling gewoon zijn werk laat doen en dan hoeft de TOjuli-indicator niet berekent te worden.

EP-W/B adviseur:

Energie Prestatie Woningen, basis. Alleen bestaande bouw mag opgenomen worden.

EP-W/D adviseur:

Detail, ook nieuwbouw mag met deze kwalificatie opgenomen worden.

BRL9500:

De BRL9500 certificering is een wettelijke verplichting wanneer een bedrijf energie- energieprestatie-rapporten wilt gaan opstellen én registreren bij RVO.

De BRL9500-W is een door de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van de Stichting Bouwkwaliteit aanvaarde nationale beoordelingsrichtlijn waarin certificatieschema’s zijn beschreven die worden gehanteerd door elke certificatie-instelling die daarvoor door de Raad voor Accreditatie (RvA) is geaccrediteerd. Accreditatie door de RvA houdt in dat de uitvoering van het certificatieschema door de geaccrediteerde certificatie-instelling voldoet aan de eisen van NEN-EN-ISO/IEC17065.

Afmelden:

De EP-adviseur kan de Energieprestatie rapporten zelf afmelden indien zelf BRL9500 gecertificeerd. Dit is vaak niet het geval en hiervoor kan worden afgemeld via een ander gecertificeerd bedrijf (koepelorganisatie). Per afgemelde Energieprestatie wordt dan een klein bedrag betaald worden.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO):

Beheert het landelijk gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen.

Het is een agentschap van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze dienst ontstond op 1 januari 2014 uit een fusie van de Dienst Regelingen en het Agentschap NL. De RVO heeft als taak het stimuleren van ondernemers bij duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen. Enkele voorbeelden hiervan zijn subsidies, octrooien, aanbestedingskennis of schadeafhandeling.

NTA 8800:

De nieuwe rekenmethode voor de bepaling van de energieprestatie van een gebouw en de NTA vervangt hiermee de EPA-U en EPA-W. Vanaf 1 januari 2021 wordt bij nieuwe beoordelingen alleen de NTA 8800 gezien als rekenmethode om de energieprestatie te beoordelen. 

BRL9500, HCB en RvA:

De BRL9500-W is een door de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van de Stichting Bouwkwaliteit aanvaarde nationale beoordelingsrichtlijn waarin certificatieschema’s zijn beschreven die worden gehanteerd door elke certificatie-instelling die daarvoor door de Raad voor Accreditatie (RvA) is geaccrediteerd. Accreditatie door de RvA houdt in dat de uitvoering van het certificatieschema door de geaccrediteerde certificatie-instelling voldoet aan de eisen van NEN-EN-ISO/IEC17065.

InstallQ:

Het centrale loket voor de installatiesector rondom kwaliteitsregelingen. Zij verlenen erkenningen aan vakbekwame installateurs en bedrijven en informeren over certificeren. Daarnaast accrediteert InstallQ opleidingen en examens in installatietechniek.

Inklappen

Volgens het Nader Voorschrift mag in sommige gevallen forfaitair gerekend worden. Dit mag vaak alleen als bepaalde informatie ontbreekt.

Forfaitair

Er wordt met een aangenomen (conservatieve) waarde wordt gerekend.  

Representativiteit

Elke woning krijgt een eigen label. Als er tussen meerdere woningen in één project geen of zeer kleine verschillen zijn, en dat is aantoonbaar, dan hoeft er niet voor elke woning een bouwdossier te worden opgebouwd. In ISSO 82.1 staan in dit verband regels over representativiteit.

Energie Prestatie Vergoeding (EPV)

Thermische schil

Hiermee wordt bedoeld de isolerende laag aan de buitenzijde van de woning. Ook wel gebouw- of bouwkundige schil genoemd. Wanden, daken en vloeren grenzend aan de buitenlucht of grond zijn geïsoleerd om kou te weren en warmte binnen te houden. De thermische schil is de jas van de woning en goed luchtdicht bouwen is de ritssluiting.

 

Voorbeeld Thermische schil huis

 

Voorbeeld geïsoleerde themische schil

Thermische zone (TZ)

      • Gebouw of gebouwgroep waarvoor de EP wordt berekend.

      • Aangrenzende ruimtes van de woning die voor EP certificering als verwarmd beschouwd moeten worden.

      • Wanden naar buiten/grenzend aan buiten behoren tot Thermische schil.

      • TZ wordt bepaald d,m,v, een lijst ruimtes die altijd tot TZ behoren en overige ruimtes die met een beslisschema worden bepaald (7.1).

    Klimatiseringszone (KZ)

        • Deel van gebouw met dezelfde klimatiseringssystemen of combinatie ervan;

        • Eén of meerdere ruimtes van de woning met identiek gedeeld klimaatsysteem

        • “verschillende types Klimaatinstallaties”

        • Bijlage J heeft het over “gescheiden installaties” en “fysiek gescheiden systemen”

      Een extra KZ ontstaat indien in een deel groter dan 10% van de TZ een ander type klimaatsysteem aanwezig is

      Rekenzone (RZ)

      Een RZ is een nadere onderverdeling van een Klimatiseringszone

      Knieschot

      Een “wandje” dat bij hellende daken op de zoldervloer evenwijdig aan de muurplaat wordt aangebracht, waardoor de scherpe punt tussen dak en vloer komt te vervallen.

      Spouw

          • Een spouw is een luchtruimte tussen twee bouwkundige elementen, aanwezig bij bijvoorbeeld een spouwmuur of een houten vloer waarbij tegen de balken isolatiemateriaal is aangebracht of een houten vloer waarbij aan de onderzijde van de balken van de vloer een plafond is aangebracht.

          • Een luchtlaag tussen dakpannen en het dakbeschot mag niet als spouw worden aangemerkt

          • Indien een aanwezige spouw in een constructie in verbinding met de buitenlucht staat via één of meer niet-afsluitbare openingen met een totale oppervlakte (dus gesommeerd) van minimaal 0,2m2, dan is er geen sprake van een spouw. Voor de constructie tot aan de spouw geldt dat deze grenst aan de buitenlucht.

        Spouwmuur

        Een spouwmuur bestaat uit een binnen- en een buitenmuur met daartussen een luchtruimte: de spouw. Deze spouw kun je isoleren door hem te vullen met isolatiemateriaal. Kou gaat dan niet meer zo makkelijk door de spouwmuur heen.

         

        Spouwmuur

         

        Luchtspouw

        Serre

        Een serre of wintertuin is een aanbouw op de begane grond aan een woning, soms vrijstaand, die grotendeels uit glas bestaat. Door de stralingswarmte van de zon kan de temperatuur snel oplopen, waardoor de serre een aangenaam vertrek wordt.

         

        Serre

        Loggia

        Een loggia is een inpandig balkon: een aan drie zijden gesloten buitenruimte welke zich binnen het gevelvlak bevindt.

         

        Loggia

        Infiltratie

        Ongecontroleerde ventilatie via luchtlekken in de gebouwschil (b.v. via kieren) staat gelijk aan energieverlies, condensatieproblemen en ongezonde neveneffecten. En dat heeft tevens een negatief effect op het energielabel.

        Gebouwmassa

        De gebouwmassa is afhankelijk van het gebruikte materiaal en bepaalt hoe snel en hoe lang de warmte of koelte in een gebouw wordt opgenomen. In deze betekenis gaat het om de daadwerkelijke massa van het gebouw (dikte van muren, vloeren etc.) waardoor veel of weinig warmte kan worden vastgehouden.

        Isolatiebegrippen

         

        Isolatiebegrippen

        Video met over de isolatiebegrippen

        U-waarde

        Een U-waarde wordt uitgedrukt in W/m²K. De U-waarde van een constructiedeel (b.v. dak, muur, gevel of vloer) geeft aan hoeveel warmte er per seconde en per vierkante meter verloren gaat als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten 1°C is. De U is het symbool voor de warmtedoorgangscoëfficiënt. De U-waarde wordt bepaald door de verschillende materiaallagen waaruit het constructiedeel bestaat: dikte en lambda-waarde van elk materiaal. Hoe lager de U-waarde van een constructiedeel, hoe minder warmte er verloren gaat.

        Bij beglazing is dit ook de warmtedoorlaatbaarheid en is het omgekeerde van de weerstandswaarde (Rc-waarde). Hoe hoger de U-waarde, hoe slechter de isolatie van het raam. Let op onderstaande waarden zijn van de beglazing.

            • Ug-waarde (‘g’ staat voor glas) geeft de U-waarde enkel van het glas zelf. De Ug-waarde van het glas mag tot 1.1W/m²K zijn volgens de EPB-regelgeving.

            • Uf-waarde (‘f’ staat voor frame) geeft weer hoeveel warmte er verloren gaat via het raamprofiel. PVC scoort op dit vlak vaak beter dan hout en aluminium. Met stalen ramen is het meestal niet mogelijk om binnen de toelaatbare eisen te blijven.

            • Uw-waarde (‘w’ staat voor window) geeft mee hoeveel warmte er verloren gaat door het volledige raam. Hierbij wordt rekening gehouden met
              – het glas (Ug)
              – het profiel (Uf)
              – de afstandshouders (datgene wat je glasbladen van elkaar scheidt)

          Lambda-waarde (λ)

          De lambda-waarde geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan (de isolerende werking). Ze wordt uitgedrukt in W/mK. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder goed het materiaal isoleert.

          Dat betekent niet dat materialen met een lage lambda-waarde altijd beter isoleren dan een materiaal met een iets hogere waarde. De hogere (slechtere) waarde kan gecompenseerd worden door de dikte van het materiaal.

          R-waarde

          De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan, vaak gebruikt als isolerende waarde van dubbelglas, muren, vloeren, daken. De R-waarde is de warmteweerstand van een materiaallaag en wordt uitgedrukt in m2K/W. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert.

          Koudebrug

          Op plaatsen waar de thermische isolatie niet doorloopt of niet aansluit, gaat veel warmte verloren en dringt koude naar binnen. Dat noemt men een koudebrug. Als warme lucht afkoelt, bijvoorbeeld in contact met een koud oppervlak waar isolatie ontbreekt, kan condensatie ontstaan. Condensatie betekent vocht op het oppervlak en kan aanleiding geven tot geurhinder, schimmelvorming etc.

          Twee stenen onderbreken de isolatie en laten de binnenmuur in contact komen met de buitenmuur: koudebrug!

          De dakisolatie en sluit op de ongeisoleerde muur aan: koudebrug!

          De dakisolatie en de muurisolatie sluiten aan zonder onderbreking: een koudebrug is vermeden.

          Transmissieverliezen

          De transmissieverliezen omvatten alle warmteverliezen via de scheidingsconstructies tussen het gebouw en de buitenomgeving, de bodem en de aangrenzende onverwarmde ruimten. De grootte van de transmissieverliezen hangt af van de grootte van de verliesoppervlakken, de isolerende kwaliteit van de gebruikte constructiedelen en de eventuele aanwezigheid van koudebruggen. Door de transmissieverliezen te beperken, kunnen grote hoeveelheden energie bespaard worden bij het verwarmen van het gebouw.

          Vide

          Een vide (leegte in het Frans) in een gebouw is een open ruimte die over twee of meer verdiepingen doorgaat.

          Een vide ontstaat als een deel van een verdiepingsvloer wordt weggelaten waardoor uitzicht op een lagere verdieping ontstaat.

           

          Vide

          Schalmgat

          Het schalmgat is het vrije, open gedeelte in een trappenhuis, ofwel het gat dat door de binnenbomen van een trap gevormd wordt.

           

          Schalmgat

          Nis

          Een nis is een uitsparing in de dikte van een muur. Door het aanbrengen van een nis komt het muurvlak over een bepaalde hoogte en breedte dieper te liggen dan de rest van de muur.

          Uitsparing in muur

          Nis

          Rechtens verkregen niveau

          Bij verbouwingen geldt vaak het rechtens verkregen niveau. Dit betekent dat de kwaliteit van een bouwwerk na de verbouwing niet slechter mag zijn dan voor de verbouwing.

          luchtdichtheidsmeting/qv10-waarde

          Een meting waarbij de luchtdoorlatendheid van een gebouw wordt gemeten middels een blowerdoortest. Deze meting wordt zowel op overdruk als onderdruk uitgevoerd. Het meetresultaat wordt uitgedrukt in een infiltratiewaarde welke kan worden getoetst aan het bouwbesluit of een ontwerpberekening. Voor nieuwbouw wordt deze luchtdichtheid verwerkt in de Energie Prestatie-berekening bij de bouwaanvraag en noemt men het de infiltratiewaarde of qv10 waarde.

          Beglazing

              • In kozijnwerken opgenomen transparante vlakken zoals glas of polycarbonaat

              • Lichtkoepels, lichtstraten en dakramen

              • Glazen bouwstenen worden beschouwd als beglazing. Deze dienen als aparte bouwdelen te worden beschouwd. In nagenoeg alle gevallen bestaan glazen bouwstenen uit twee glasvlakken. (zie §8.2.1 onder beglazing)

            Paneel:

                • In kozijnwerken opgenomen niet licht doorlatende vlakken, met zichtbaar stijl- en regelwerk

                • Plaatwerk dat aan de binnen- of de buitenzijde tegen een kozijn is bevestigd en waarvan niet aantoonbaar is dat tussen de plaat en het kozijn een thermische onderbreking aanwezig is of dat het kozijn geen thermische koudebrug vormt

                • Bij een aantoonbare thermische onderbreking aan de binnen- en/of de buitenzijde van het kozijn, dient een plaat tegen het kozijn te worden opgenomen als gesloten geveloppervlak.

              Het vaststellen van panelen gebeurt aan de binnenzijde:

              bruto geveloppervlak:

              De oppervlakte van de gevel inclusief kozijnwerken

              Netto geveloppervlak:

              De bruto oppervlakte van de gevel minus de oppervlakte van de kozijnwerken (wordt bepaalt door de software)

              Suskast:

              Een suskast is een ventilatierooster met een verhoogde geluidwering. Suskasten worden toegepast in situaties waarin een gebouw natuurlijk wordt geventileerd en onderhevig is aan een geluidsbelasting door bijvoorbeeld wegverkeer, railverkeer of industrie. De extra geluidwering wordt verkregen door de lucht langs absorberende materialen te leiden, die een deel van de geluidenergie absorberen.

               

              Suskast

              Dakfactor

              Als de lengte of breedte van het dak niet te bepalen is, kan het dakoppervlak worden bepaald met de dakfactor. Als de oppervlakte van de onderliggende vloer en de dakhelling bekend is gebruik dan tabel 8.4 en vermenigvuldig deze met de dakfactor (gebaseerd op de stelling van pythagoras)

               

              Dakfactor: interpoleer de tussenliggende waarden

              Stelling van Pythagoras

               

              Stellinng van Pythagoras

              Dakdoorvoeren:

               

              Dakdoorvoeren

              Perimeter:

              Perimeter is een ander woord voor omtrek. Het is de lengte van de thermische schil op de begane grond

              Verliesoppervlakte:

              De verliesoppervlakte is de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies (buitenmuren, buitenpanelen, ramen, buitendeuren, daken, beganegrondvloeren e.d.) die het gebouw omhullen of omsluiten. Oftewel de thermische schil.
              Met “verlies” wordt hier aangegeven dat er via die scheidingsconstructies energie uit het gebouw verloren gaat (of warmte het gebouw binnenkomt waardoor er koeling moet plaatsvinden). 

               

              Verliesoppervlakte / thermische schil

              Interpoleren

              Algemene formule voor lineaire interpolatie:

              image

              Hierbij is:

              • y de gezochte waarde van de afhankelijke variabele
              • x de waarde van de onafhankelijke variabele
              • x₁ de beschikbare waarde van de onafhankelijke variabele kleiner dan x
              • x₂ de beschikbare waarde van de onafhankelijke variabele groter dan x
              • y₁ de beschikbare waarde  van de afhankelijke variabele bij x
              • y₂ de beschikbare waarde van de afhankelijke variabele bij x

              Kwaliteitsverklaring

              Met de gecontroleerde kwaliteitsverklaringen, gelijkwaardigheidsverklaringen of EMG-verklaringen kunnen EP-adviseurs de Energieprestatie van verbeterde en/of innovatieve technieken waarderen in de energieprestatieberekening van een gebouw. 

              Als er een NTA8800 EP berekening wordt gemaakt ( voor woningbouw, utiliteitsbouw , basis of detail) , moet u zoeken in de database met NTA8800 aangevinkt. Standaard staat de NTA 8800 bij het starten van de databank al aangevinkt.  

              Meer informatie voor EPA-adviseurs

              Rc-waarde

              De Rc-waarde staat voor Resistance Construction, en hiermee wordt de warmteweerstand van de gehele huisisolatie, zoals spouwmuurisolatie of dakisolatie, die wordt doorgevoerd bedoeld. Dus bijvoorbeeld het isolerend vermogen van de betreffende dakisolatie of spouwmuur.

              U-waarde

              De U-waarde of warmtedoorgangscoëfficiënt geeft aan hoezeer een volledige scheidingsconstructie, zoals een wand of een dak, geïsoleerd is. Laat de wand veel warmte door, dan ligt de U-waarde hoog. Is de wand thermisch goed geïsoleerd, dan heeft die een lage U-waarde.

              Overstek

              Een Overstek is de horizontale voorsprong van een bouwdeel of bouwonderdeel, bijvoorbeeld een lijst, verdieping, goot of dak ten opzichte van het eronder staande.

               

              Overstek

              Afschotisolatie

              Met afschotisolatie isoleer je je plat dak én voorzie je een helling om water af te voeren. Hiervoor worden schuin aflopende isolatieplaten achter elkaar geplaatst tot er een helling ontstaat.

               

              Afschotisolatie

              Leidingdoorvoeren

              Het gaat hier om verticale leidingen die in directe vdoordat de lucht aan de wanden van de leiding opwarmt, ontstaat langs de wanden een opwaartse luchtstroming. Hierdoor wordt de luchtdruk onderin de leiding lager, waardoor er (koudere) buitenlucht wordt aangezogen, die de luchtstroming op gang houdt. Het gaat hierbij bijv. om standleidingen voor hemelwater of afvalwater; ventilatiekanalen vallen hier niet onder. Een gasafvoer van een C.V. is ook een leidingdoorvoer.

              Appendage

              Onder een appendage verstaat men een klein toestel dat dient ter completering van een machine of installatie. Om b.v. een vloeistof te reguleren of a te sluiten.

               

              v.b. Appendage: Druk verlagende klep

              WTW – Warmte-Terug-Win ventilatie

              Inkomende lucht passeert uitgaande lucht via een warmtewisselaar.

               

              Werking WTW

              Warmte Koude Opslag

              WKO is een vorm van energieopslag in de bodem. Warmte Koude Opslag (WKO) is een duurzame methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen, woningen, kassen en processen te verwarmen en/of te koelen. Bij de koudeopslag wordt winterkoude gebruikt voor koeling in de zomer. En warmte uit de zomer wordt opgeslagen voor verwarmen in de winter.

               

              Warmtewiel

              Een warmtewiel is een ronde schijf die is opgebouwd uit aluminium lamellen die eenvoudig warmte of koude lucht opnemen en weer afstaan.

              VAV-klep

               

              VAV-klep, debietregeling d.m.v. het verstellen van de klep m.b.v. een motor

              Luchtbehandelingskast (LBK)

              Luchtbehandelingskasten (LBK), zijn mogelijk voor typen B, D en E. LBK’s voeren verse lucht aan en voeren vervuilde binnenlucht weer af. Er zit minimaal een filter en een ventilator in en bevinden zich in collectieve gebouwen en meestal niet in een enkele woning.
              Tijdens het transport van de lucht door de luchtbehandelingskast wordt de toevoerlucht gezuiverd door een filter en wordt daarna “behandeld”. Het is de behuizing voor een ventilator, filter, verwarmings- en/of koelelement, warmteterugwinning, bevochtiging en overige appendages. Vaak staat de LBK op het dak buiten de thermische zone of in een aparte ruimte en mogelijk binnen de TZ. om vanaf daar lucht te distribueren naar de individuele woningen in een compleet gebouw.

               

               

              LBK Symbolen

              Overventilatie

              Wanneer de ventilator van de warmtepomp sterker is dan de op maat gemaakte ventilatiebox, wordt er te veel geventileerd in het huis en is er overventilatie

              PV-panelen

              De afkorting staat voor Photo Voltaic.
              Zonnepanelen worden ook PV-panelen genoemd en dit is de gebruikte technische benaming.

              PVT-panelen

              De afkorting staat voor Photo Voltaic Terminal.
              Dit zijn zonnepanelen (PV) geïntegreerd met een kanaal (T) waardoor de vloeistof Glycol loopt, welke een indirect voorraadvat kan verwarmen. Het produceert elektriciteit en warm water.

              Collector paneel (zonnecollector)

              Een collector warmt een doorstromende vloeistof (Glycol) op om een indirect voorraadvat te verwarmen.

              Back-up Volume

              Dit is aanwezig bij naverwarmingssystemen met geïntegreerde naverwarming voor tapwater. Dit is het deel van de boiler dat elektrisch (bij) verwarmd wordt als dit van toepassing is. De meeste boilers in Nederland hebben geen 2de inwendige bijverwarming en dus ook geen back-up volume.

              Sheddak

               

              Sheddak / zaagtanddak, geld als een vorm van horizontale projectie

              Vliesgevel

               

              Vliesgevel is een vorm van verticale projectie

              Trekonderbreker:

              Als het hard waait voorkomt hij dat er lucht de pijp in komt, waardoor het waakvlammetje uit zou gaan. Hij kan boven, maar ook achter de ketel zitten.

              Waterzijdig inregelen

              Bij waterzijdig inregelen wordt de installatie zo ingesteld dat het water gelijkmatig verspreid wordt over de afgifte-elementen. Zo krijgt ieder in het systeem dezelfde aanvoertemperatuur geleverd. Hierbij wordt gekeken op welke temperatuur het water het afgifte-element binnen gaat en op welke temperatuur het water het verlaat. De regelbare ventielen worden zodanig ingesteld dat de temperatuur van het uitgaande water een aantal graden anders is dan de binnenkomende temperatuur. Op dat moment geeft ieder afgifte-element de juiste hoeveelheid warmte aan de ruimte af. Dit kan zowel voor koeling als verwarming.

               

              Waterzijdig inregelen, hoe werkt het? 

              Zoneregeling

              Bij een regeling met zones kan de watertemperatuur in verschillende delen in één verwarmingssysteem apart worden geregeld. Verwar dit niet met thermische zone of rekenzone, deze hebben daar niets mee te maken.


               Iedere ruimte zit op een eigen verwarmingszone met eigen thermostaat.

              Scan de code