8.2.2 kozijnwerken

Nu we weten hoe de bruto-oppervlakte van de gevel (gevel zonder ingave van ramen etc.) opgenomen moet worden is het nu tijd om de oppervlakte op te nemen van het kozijnwerk en alles wat zich daarin kan bevinden zoals beglazing, panelen of deuren. Wanneer de kozijnen met hun inhoud zijn opgenomen, kan de software de oppervlakten van de muur, beglazing, panelen en deuren afzonderlijk bepalen voor de betreffende orïentatie. Als uiteindelijk ook nog de isolatie van de gevel, type beglazing, paneel en deur ingevoerd zijn, kan de software het totalewarmteverlies voor deze gevel berekenen.

Kozijnwerken zijn delen van de constructie die begrensd worden door zichtbare stijlen en dorpels en binnen deze begrenzing kunnen zich de volgende constructies bevinden:

• Beglazing
• Panelen
• Deuren

Kozijnwerken:

Beglazing

In kozijnwerken opgenomen transparante vlakken zoals glas of polycarbonaat.

Lichtkoepels, lichtstraten en dakramen.

Glazen bouwstenen worden beschouwd als beglazing. Deze dienen als aparte bouwdelen te worden beschouwd. In nagenoeg alle gevallen bestaan glazen bouwstenen uit twee glasvlakken. (zie §8.2.1 onder beglazing).

Paneel:

Een paneel is een vulling met een niet doorlatend lichtvlak in een kozijn.

• In kozijnwerken opgenomen niet licht doorlatende vlakken, met zichtbaar stijl- en regelwerk.
• Plaatwerk dat aan de binnen- of de buitenzijde tegen een kozijn is bevestigd en waarvan niet aantoonbaar is dat tussen de plaat en het kozijn een thermische onderbreking aanwezig is of dat het kozijn geen thermische koudebrug vormt.
• Bij een aantoonbare thermische onderbreking aan de binnen- en/of de buitenzijde van het kozijn, dient een plaat tegen het kozijn te worden opgenomen als gesloten geveloppervlak.

Opmerking:

Het vaststellen van panelen gebeurt aan de binnenzijde.

Hoe de oppervlakte van een kozijn meten:

• Het oppervlak wordt aan de binnenkant van de woning opgemeten, inclusief kozijnen en roosters / *suskasten.
• Het oppervlak van stijlen en dorpels die een scheiding vormen tussen raam, deur en/of paneel, wordt voor de helft aan het ene
  vlak toebedeeld en voor de helft aan het andere vlak.
• Indien glas zonder kozijn is geplaatst, moet de opening in de gevel worden opgenomen.

Opmerking:

Bevinden zich in een gevel kozijnen met gelijke inhoud, voeg de ramen dan samen tot een totaaloppervlakte en voer dit vervolgens in de software in, want dit is sneller en makkelijker dan ieder kozijn apart in te voeren.

Deuren

Als een deur bestaat uit minder dan 65% glas bestaat (dit is bijna altijd zo bij een gewone deur, maar bij glazen schuifdeuren vaak niet), moeten we deze splitsen in een raam en het overige deel in deur.

Als de deur licht doorlatende delen (ramen) bevat, geldt:

• Indien het licht doorlatend oppervlak groter dan of gelijk is aan 65% van het totale deuroppervlak inclusief het kozijn, dient de gehele deur als raam te worden opgenomen.
• Indien het licht doorlatend oppervlak kleiner is dan 65% van het totale deuroppervlak inclusief het kozijn dient het licht doorlatend deel te worden opgenomen als raam en het niet licht doorlatend deel als deur.

Oppervlakten bij deur:

De totale oppervlakte van het kozijn = Hdeur x Bdeur
De oppervlakte van het raam = Hraam x Braam
Oppervlakte kozijn = Totale opp. kozijn – opp. raam

Speciale constructie/bouwdelen:

Voor een klimtaatgevel, een raam met een ingebouwd zonnepaneel of schakelbare beglazing dient voor de bepaling van de eigenschappen een gecontroleerde kwaliteitsverklaring aanwezig te zijn waarop de relevante kenmerken zijn opgenomen.

* suskast: is een ventilatierooster met een verhoogde geluidwering. Suskasten worden toegepast in situaties waarin een gebouw natuurlijk wordt geventileerd en onderhevig is aan een geluidsbelasting door bijvoorbeeld wegverkeer, railverkeer of industrie. De extra geluidwering wordt verkregen door de lucht langs absorberende materialen te leiden, die een deel van de geluidenergie absorberen.