Casus 2:
Algemeen
Bouwkundig
Verwarming en warmtapwater
Ventilatle en koeling
.
Geef aan:
0 of 19 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de quiz al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Quiz is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de quiz te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 19 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Kies de correcte thermische zone van de BG.
Bepaal voor het trappenhuis 0.1 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
Voor deze ruimten moet met de drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot
de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimte 0.2 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimte 0.3 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.5.2 Aantal woonfuncties
Bepaal voor ruimte 0.4 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.5.2 Aantal woonfuncties
Bepaal voor ruimte 0.5 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimten 0.7 t/m 0.9 of het behoort tot een woonfunctie.
Bepaal voor ruimte 0.10 t/m -.15 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
Hint
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimten 0.21 t/m 0.23 aan of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
7.5.2 Aantal woonfuncties
Bepaal voor ruimte 1.1 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
Bepaal voor ruimte 1.2 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.5.2 Aantal woonfuncties
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren. 1.2 behoort niet tot TZ.
Bepaal voor ruimten 1.30.t/m 1.20 of deze behoren tot een woonfunctie.
7.5.2 Aantal woonfuncties
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimte 1.21 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.5.2 Aantal woonfuncties
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
Bepaal voor ruimte 1.22 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
7.1.2 Overige ruimte.
Voor deze ruimten moet met de onderstaande drie beslisschema’s 7.3 t/m 7.5 worden bepaald of ze wel of niet tot de thermische zone behoren.
7.5.2 Aantal woonfuncties
Bepaal voor ruimte 2.1 of het behoort tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
Bepaal voor ruimte 2.1 of het behoort tot een woonfunctie.
Bepaal voor ruimten 2.2 t/m 2.17 behoren tot een woonfunctie. Indien deze niet tot een woonfunctie behoort, geef dan aan wat voor ruimte het is.
Wat is de totale gebruiksoppervlakte van de woonfunctie waar 2.5 toe hoort?
Zie afbeelding hieronder met gegeven oppervlakten
Hoeveel woningen heeft dit gebouw?
Zie 7.4.2
Het aantal woonfuncties is in principe gelijk aan het aantal woningen in een gebouw. Het aantal woonfuncties is gelijk aan het aantal units dat een gezamenlijke badkamer, keuken en/of toilet deelt.
Makkelijk en snel besteld, meteen toegang Sluiten