Wanneer moet een vakantiewoning als ‘woonfunctie’ (ISSO 82.1) worden opgenomen en wanneer als ‘logiesfunctie’ (ISSO 75.1)?
Bij het bepalen van de functie van een vakantiewoning voor de energieprestatieberekeningen, is het belangrijk onderscheid te maken tussen ‘woonfunctie’ en ‘logiesfunctie’, zoals gedefinieerd in de ISSO-publicaties 82.1 en 75.1. Dit onderscheid is cruciaal omdat het invloed heeft op de wijze waarop de energieprestatie van de vakantiewoning wordt beoordeeld en welke normen en maatstaven van toepassing zijn.
### Logiesfunctie (ISSO 75.1)
Volgens ISSO 75.1 valt een vakantiewoning onder de logiesfunctie als deze deel uitmaakt van een logiesgebouw. Hierbij gaat het om slaapverblijven in hotels, motels, pensions, asielcentra, slaapruimten in opvangcentra, slaapverblijven in brandweerkazernes, en specifiek vakantiewoningen die in een woongebouw gelegen zijn. Dit is vastgesteld in tabel 7.1 van ISSO 75.1, waar de focus ligt op utiliteitsgebouwen.
### Woonfunctie (ISSO 82.1)
Aan de andere kant, wanneer een vakantiewoning volgens bijlage L van ISSO 82.1 kwalificeert als een ‘eengezinswoning’, dan dient deze te worden opgenomen als een woonfunctie. Dit houdt in dat als de vakantiewoning functioneert als een zelfstandige eenheid die alle voorzieningen biedt voor permanente bewoning (ook al wordt het tijdelijk verhuurd), het gezien wordt als een woonfunctie.
De sleutel tot het bepalen of een vakantiewoning als woonfunctie of logiesfunctie moet worden geclassificeerd, ligt dus in de aard en de opzet van de vakantiewoning. Als de vakantiewoning onderdeel is van een groter woongebouw met meerdere vergelijkbare eenheden die gezamenlijk functioneren binnen de context van tijdelijke accommodatie, dan valt deze onder logiesfunctie. Echter, als de vakantiewoning een zelfstandige eenheid is die onafhankelijk kan functioneren als een volwaardige woning, wordt deze geclassificeerd onder woonfunctie.
Het nauwkeurig bepalen van de functie is belangrijk voor de juiste toepassing van energieprestatienormen en -eisen, en zorgt ervoor dat de vakantiewoning op een passende manier wordt beoordeeld op zijn energieprestatie, wat bijdraagt aan het algemene doel van het verduurzamen van het vastgoed in Nederland.