Als de vloer onderdeel is van de thermische zone (alleen begane grond) dan moet de oppervlakte van deze constructie worden opgenomen. Dit is vaak niet hetzelfde als de gebruiksoppervlakte.
Opmerking:
Bij een vrijstaande woning kan de gebruiksoppervlakte van de BG gelijk zijn aan het constructieoppervlakte, want er wordt bij beiden tussen de muren gemeten. Bij een hoek-, tussenwoning of appartement kunnen deze oppervlakten nooit gelijk zijn.
Definitie Ag (NEN 2580): de oppervlakte gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. M.A.W. De oppervlakte van de vloer tussen de muren.
Woongebouw met collectieve installatie
Als van een woning in een woongebouw met een collectieve installatie de energieprestatie wordt bepaald, moet ook de totale gebruiksoppervlakte worden opgegeven van de energieprestatieplichtige gebouwdelen van het woongebouw die op dezelfde collectieve installatiezijn aangesloten. Dit is nodig om de collectieve systemen voor ruimteverwarming, koeling, warm tapwater en/of PV-systemen naar rato over de gebruiksoppervlakte te verdelen.
Hoe precies de GBO berekenen?
Niet de gehele GBO wordt gerekend, sommige delen op vloerniveau doen niet mee (< of ≥ 0,5M²). Onderstaande afbeelding geeft een overzicht.
De volgende ruimten / voorzieningen worden niet meegerekend
Opmerkingen
Bij een combinatie van een trapgat en vide wordt gekeken naar het totale “gat in de vloer”. Wanneer dit kleiner is dan 4 m² , wordt het tot de gebruiksoppervlakte gerekend.
Vide
Voor een dragende binnenwand geldt de volgende vuistregel: Een gemetselde of steenachtige scheidingswand met een dikte ≥ 15 cm.