8.1 Bepalen thermische schil

De thermische schil staat in directe verbinding met de buitenlucht, een AOR, water, grond of kruipruimte. Door deze ‘jas’ gaat warmte verloren. Het is belangrijk om de eigenschappen van de thermische schil te bepalen. Zoals hoe groot deze verliesoppervlakte is, waaruit de constructie bestaat en wat de isolatie is. Enkel glas verliest b.v. meer warmte dan een geisoleerde gevel, maar zijn allebei onderdeel van de thermische schil. Ook de invoed van zon kan meespelen en daarom is b.v. de oriëntatie van belang en ook de hellingshoek speelt een rol. Zo moeten verschillende kenmerken van de thermische schil ingevoerd worden, zodat de software tot een juiste berekening kan komen.
De ondesrtaande kenmerken van de thermische schil moeten per rekenzone bepaald worden. In de volgende paragrafen is beschreven hoe dit bepaald moet worden.

• Thermische schil
• Oppervlakte constructies
• Oppervlakte gevels
• Oppervlakte en omtrek kozijnwerk
• Oppervlakte dak
• Oppervlakte vloer
• Perimeter begane grondvloer
• Begrenzing constructies
• Oriëntatie
• Hellingshoek constructies
• Thermische eigenschappen (Rc-/U-waarde)
• 8.2.12 – 8.2.14 alleen bij detailopname
• Thermische eigenschappen leidingdoorvoeren
• Zonwering
• Overstekken en/of belemmeringen

• Gesloten gevels (hebben een helling helling > 75°)
• Daken (hebben een helling tussen 0 en 75°)
• Vloeren
• Kozijnwerk:
  – Beglazing
  – Panelen
  – Deuren

Panelen:

Een sandwichpaneel bestaat uit een metalen binnen- en buitenplaat en daartussen kan een laag isolatie zitten. Doordat de binnen- en buitenplaat niet met elkaar in verbinding staan, kunnen er geen koudebruggen ontstaan en hebben deze panelen een hoge isolatiewaarde. Een paneel is geen onderdeel van de gevel en is meer een vergelijking met een raam.

Let op: panelen alleen als zodanig beoordelen als ook aan de binnenzijde paneelafwerking aanwezig is.

Zelfstudie

Lees deze paragraaf van ISSO 82.1